De woelige en conflictueuze politieke vorming van Wilhelmina Drucker die zij eind jaren 1880/begin jaren 1890 binnen, tegenover en tenslotte buiten de Sociaal-Democratische Bond van Ferdinand Domela Nieuwenhuis opdeed, biedt stof voor tal van bijdragen. Het ontstaan van de Vrije Vrouwenvereeniging (VVV) in 1889 vindt daarin tenslotte zijn oorsprong, en die vormde niet alleen Druckers oefenschool, discussieplatform, thuis- én uitvalsbasis, maar ook de motor achter veel initiatieven en verenigingen, waarvan de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht in 1894 wel een van de belangrijkste is.
Deze start vanuit socialistische kring, waarbinnen Drucker al snel een steeds kritischer positie innam die haar op veel hoon, spot, laster en achterklap uit socialistische hoek kwam te staan, heeft haar lange jaren in de vrouwenbeweging welhaast als een smet aangekleefd. Dat gold uiteraard voor de socialistische feministen, die Drucker als afvallige in de hoek van de verachtelijke ‘bourgeoises’ plaatsten en daarmee op één lijn met de klassevijand stelden. Maar minstens zo bevangen was de grote groep gematigde feministen van burgerlijke komaf, voor wie Drucker juist een ‘volksvrouw’ was die zich met straatvechters en revolutiemakers had geëncanailleerd. Het beeld van de ‘roode vlaggen, phrygische mutsen en bijlen’ die in demonstraties voor algemeen kiesrecht meegedragen werden, waarmee De huisvrouw Drucker in 1892 publiekelijk associeerde, zal aan die bevangenheid niet weinig hebben bijgedragen.
De uitzonderingspositie die Drucker binnen de vrouwenbeweging had, moet zelden benijdenswaardig geweest zijn. Maar zij heeft die in haar lange feministische carrière vaak weten te benutten. Bijvoorbeeld door het socialistische actierepertoire in te brengen in een vrouwenbeweging waarin grote groepen vrouwen extreem huiverig waren om in het openbaar te spreken of de straat op te gaan om propaganda voor de goede zaak te maken, laat staan om zichtbaar en wel in een betoging mee te lopen, zoals de vele sociaal-democratische vrouwenverenigingen in de jaren 1890 met vaandel en al gewend waren te doen.
Toch is dat waar Drucker de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht al snel toe probeerde te brengen. Een eerste aanzet gaf zij in Evolutie, in een verslag van een openluchtmeeting van het Nederlandsch Comité voor Algemeen Kiesrecht op zondag 23 augustus 1903 op een weiland bij het Wilhelminapark in Utrecht, waarop zij een van de spreeksters was geweest:
De meeting besloot met een optocht door de stad. Heel wat vaandels, heel wat transparanten, met meer of minder gelukkig gekozen motto’s. Daaronder, o spijt, geen enkel voor de vrouw. Dit niet te wijten het regelings-comité, maar de vrouwen zelve. Moge de Ver. v. Vrouwenkiesrecht deze leemte vullen op 13 Sept. a.s. te R’dam. Een paar transparanten, zijden banen met inscripties, spoedig genoeg vervaardigd. Dat van de Nationale Betooging valle te getuigen: ook de vrouw trad krachtig op voor haar belangen.
Op de Nationale Betooging voor Algemeen Kiesrecht in Rotterdam enige weken later moest Drucker evenwel tot haar spijt constateren dat een vrouwenkiesrechtvaandel bij dergelijke manifestaties nog altijd ontbrak.
Een ware campagne volgt. De afdeling Amsterdam van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, waarvan Drucker een actief en vocaal lid is, dringt jaarvergadering op jaarvergadering op het aanschaffen van een eigen vaandel aan, en Drucker verslaat de besprekingen vervolgens kritisch in Evolutie: aangehouden in 1903, weggestemd in 1904, en nadien jaren van de agenda gehouden ‘als ware dat stuk doek een giftige slang’.
In 1908 krijgt het idee van een vaandel ineens de wind mee, als Nederland bij monde van Henriette van Loenen-de Bordes, bestuurslid van de afdeling Amsterdam, op het congres van de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht in Amsterdam de aanschaf van een vaandel voorstelt en de vergadering van internationale afgevaardigden meekrijgt. Niettemin zal het nog tot 1911 duren voordat dit voorstel werkelijkheid wordt: dan wordt, op het congres van de Wereldbond voor Vrouwenkiesrecht in Stockholm, het vaandel van de International Woman Suffrage Alliance onthuld, waarvan de vervaardiging mogelijk was gemaakt door een gift van de Zweedse schrijfster Lotte von Kraemer.
In de aanloop naar het Stockholmse congres kon de Nederlandse Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht niet langer om een vaandel heen. Op de jaarvergadering van 1910 werd dan ook, nog altijd na veel vijven en zessen, en opnieuw op instigatie van de afdeling Amsterdam, tot de aanschaf van een eigen vaandel besloten:
Een beetje warm, of liever gezellig opgewekt was de discussie over het aanschaffen van een banier. De een had nooit gemerkt, dat er behoefte bestond aan een uiterlijk teeken, waaronder de vrouwen bij voorkomende gelegenheden zich konden scharen; de ander vreesde voor bespotting, vooral wanneer men in een ietwat achterlijke streek woonde, waarop Amsterdam terecht antwoordde, dat indien de oprichtsters der Vereeniging voor spot waren teruggedeinsd, deze vergadering niet thans zou worden gehouden of ... minder goed bezocht zou zijn.
Met enthousiasme werd van verschillende zijden het aanschaffen van banieren verdedigd, vooral van de groene tafel, waar men het in dit opzicht roerend eens was met Amsterdam, en ook door Mevr. Verwey Mejan. Met acclamatie werd ten slotte aangenomen een Vereenigingsvlag aan te schaffen, zoodra in Stockholm de internationale banier zou bepaald zijn.
Op de zomervergadering van 1911 werd uiteindelijk tot het aanschaffen van een eigen vaandel besloten, waarbij alle afdelingen het consigne kregen vergelijkbare eigen vaandels aan te schaffen. Het Vereenigingsvaandel werd nog op de jaarvergadering van datzelfde jaar onthuld:
Het vaandel der Vereeniging, ontworpen door Rosa Manus, werd op den feestavond voor het eerst omhoog geheven. Wit met goud, staat in het midden de gerechtigheid, omringd door Jus Suffragii. Gedekt wordt de banier door een draperietje in de nationale kleuren.
De afdeling Amsterdam bleef uiteindelijk niet achter: op de afdelingsvergadering van 17 januari 1913 werd besloten tot de aanschaf van een vaandel.
Na het verkrijgen van vrouwenkiesrecht in 1919 zal het vaandel niet langer gebruikt zijn. Maar het werd wel bewaard en in 1929 aan het Amsterdams Historisch Museum (nu Amsterdam Museum) geschonken waar het nog altijd in de collectie aanwezig is.
Bronnen
De Huisvrouw (24.9.1892).
'Vergaderingen. De plaatselijke meetings van het Nederl. Comité voor Algemeen Kiesrecht', in: Evolutie (26.8.1903).
'De nationale betooging voor algemeen kiesrecht', in: Evolutie (23.9.1903).
Evolutie (6.1.1904, 4.1.1905, 16.7.1908, 18.1.1911, 19.7.1911, 3.1.1913): vergaderverslagen.
Myriam Everard, 'Henriette van Loenen-de Bordes (1853-1934). Tandarts met de broek', in: Historica 31, 2 (juni 2008) 12-14.
'Zesde Intern. Congres voor Vrouwenkiesrecht, te Stockholm', in: De Amsterdammer. Weekblad voor Nederland (2.7.1911).
‘Uit onze afdeelingen: Amsterdam’, in: Maandblad van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (15.2.1913).