Over Anna Weber-van Bosse (1852-1942), de eerste Nederlandse biologe die een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de mariene wetenschap, is buiten de kring van zeeonderzoekers maar weinig bekend. In 1880 begonnen als toehoorster bij de colleges botanie aan de Universiteit van Amsterdam (voor een formele studie had zij niet de juiste vooropleiding), ontwikkelde Weber-van Bosse zich door de vele wetenschappelijke reizen die zij daarna ondernam, het immense herbarium dat zij bijeenbracht en de vele publicaties die zij op haar onderzoek en haar collectie baseerde tot een internationale autoriteit op het gebied van algen. Zij was de eerste die het verband aantoonde tussen kalkalgen en het ontstaan van koraalriffen en die koraalriffen als levende ecosystemen begreep.
Voor haar wetenschappelijke verdiensten werd haar in 1910 door de Universiteit van Utrecht, als eerste Nederlandse vrouw, een eredoctoraat toegekend.
Anna Weber van Bosse door Elsa Woutersen-van Doesburgh, 1923
Serie ‘Vrouwen van verdienste’, De Vrouw en haar Huis (mei 1924)
Meer dan 100 jaar later worden die verdiensten nog altijd in ere gehouden. In opdracht van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) is momenteel een oceaangaand onderzoeksschip in aanbouw dat haar naam zal dragen: de RV Anna Weber-van Bosse. Het casco van dit grootste en best geoutilleerde schip van de Nederlandse onderzoeksvloot is eind oktober 2024 in het Spaanse Vigo van de werf gevaren, zoals op een indrukwekkend filmpje te zien is. Het zal in Nederland worden afgebouwd.
Bij de toekomstige doop van dit schip zal, van de hand van Andrea Kieskamp, een biografie van Anna Weber-van Bosse verschijnen.
De WDF draagt bij aan de onderzoekskosten voor de biografie.
De wetenschap is lang als een exclusief mannenterrein gezien en dat begint nu pas te veranderen. Toch zijn er ook in de 20ste eeuw al Nederlandse vrouwen geweest die hun leven aan de wetenschap wijdden, belangrijke ontdekkingen deden, maar daar geen erkenning voor kregen. De Stichting Academisch Erfgoed wil hier verandering in brengen en heeft daarom het initiatief genomen tot een vijfdelige podcastreeks.
Daarin gaat wetenschapsjournalist Edda Heinsman op zoek naar de levensverhalen van vijf van deze vrouwen: sterrenkundige Elsa van Dien (1914-2007), botanica en genetica Tine Tammes (1871-1947), scheikundige en stralingsdeskundige Antonia Korvezee (1899-1978), orthopedagoge Ida Frye (1909-2003) en natuurkundige Caroline Bleeker (1897-1985). In een extra aflevering spreekt Lara Billie Rense met drie vrouwen die op dit moment in het wetenschappelijke veld werken: Daphne Stam (theoretisch natuurkundige), Fleur Zeldenrust (hersenwetenschapper) en Margriet van der Heijden (bijzonder hoogleraar wetenschapscommunicatie).
De podcastreeks is geproduceerd in samenwerking met de NTR en is vanaf 23 juni 2024 te beluisteren via de NPO Luister-app en andere podcastplatforms.
De WDF heeft bijgedragen aan de kosten van deze serie.
Na te zijn toegelaten tot het Cinéma du Réel Film Festival 2024, beleefde Sabine Groenewegens film Remanence (voorheen Visions of a Voice) op 27 maart 2024 haar wereldpremière in het Centre Pompidou in Parijs.
Filmcriticus en festivalprogrammeur Antoine Thirion schreef over dit filmische onderzoek van de Nederlandse vrouwenvredesbeweging in de jaren 1930:
Combinant deux sources d’archives uniques récemment découvertes, ce court métrage évoque l’histoire perdue d’un mouvement pacifiste féminin néerlandais qui a rassemblé des femmes dans le cadre d’une action collective dans les années 1930.
…
Le titre du film de Sabine Groenewegen, Remanence, qualifie l’effet visé par un processus de stratification des temps. À chaque niveau, ce qui compte est ce qui persiste après que l’événement a passé, les traces qu’il laisse dans la mémoire des protagonistes puis en chaque spectatrice et spectateur appelé.e.s à entendre les échos des politiques de genre et à penser historiquement le présent.
Voor het hele rapport zie hier (Engelse vertaling hier).
De WDF droeg bij aan de postproductiekosten voor het uitbrengen van de film in Parijs.
Als er één figuur uit de Nederlandse vrouwenbeweging in periode 1900-1940 is die een biografie verdient, is het Mathilde Cohen Tervaert-Israels wel. In talrijke artikelen in vele tijdschriften, maar ook in praktische steun aan ongehuwde moeders, liet zij zich kennen als een principieel feministe voor wie de strijd tégen de dubbele moraal en vóór seksuele hervorming nauw verbonden was met die voor een volwaardig staatsburgerschap van vrouwen.
Die biografie is er nu, geschreven door Chris van Weel: Voor kunst en vrouwenrechten. Mathilde Cohen Tervaert-Israëls 1864-1945, uitgegeven door Waanders.
De WDF heeft bijgedragen aan de productiekosten.
De grootste feministische protestactie in Nederland in het interbellum is die tegen het plan uit 1937 van minister Carl Romme (Roomsch-Katholieke Staatspartij) om een werkverbod op te leggen aan alle gehuwde vrouwen. Marie-Claire Melzer doet onderzoek naar de vier vrouwen die het initiatief namen tot deze goed georganiseerde en succesvolle actie: Charlotte Polak-Rosenberg (1889-1944), Marie Anne Tellegen (1893-1976), Willemijn Posthumus-van der Goot (1897-1989) en Corry Tendeloo (1899-1956). Wie waren deze feministen en wat bewoog hen tot dit protest? En hoe verging het hen daarna, in de periode van oprukkend fascisme, oorlog en bezetting?
De WDF steunt dit onderzoek, dat zal resulteren in een in 2024 te verschijnen boek.
Naschrift: Al doende is de onderzoekster tot de conclusie gekomen dat drie van de onderzochte vier feministen de echte voortreksters bij de protestactie tegen het plan van Romme zijn geweest. De titel van haar boek is daarom geworden: Drie vrouwen. De vergeten feministen van de jaren dertig. Het is op 25 april 2024 verschenen bij uitgeverij Alfabet.
Op 8 februari 2024 zal het tien jaar geleden zijn dat Els Borst (1932-2014), arts, hoogleraar, en van 1994 tot 2002 voor D66 minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), werd vermoord. Om dat moment te markeren bereidt de Stichting Ogen Open een documentaire voor over de politieke erfenis van Els Borst.
Els Borst heeft altijd een zekere distantie bewaard tot de vrouwenbeweging. Toch kon zij zich als minister van VWS bij gelegenheid zonder omhaal uitspreken voor de feministische zaak. Zo verklaarde zij in een toespraak tot de Nederlandse Vereniging van Vrouwelijke Artsen in 2001 dat een beroepsvereniging van vrouwelijke artsen op zou moeten komen voor vrouwenrechten en haar stem moest verheffen tegen vrouwenmishandeling, vrouwelijke genitale verminking of het schenden van het beslissingsrecht van vrouwen over de eigen voortplanting. Deze opvatting bracht zij in 2002 op een beslissende manier in de praktijk toen zij de afvaart van de allereerste abortusboot van Women on Waves rugdekking gaf door in de Kamer te bevestigen dat een overtijdbehandeling op een boot die onder Nederlandse vlag voer geheel legaal was.
De WDF draagt bij aan de productiekosten van de documentaire.
De erfenis van Els Borst, door Pamela Sturhoofd en Jessica van Tijn, is op donderdag 8 februari 2024, de tiende sterfdag van Els Borst, uitgezonden op NPO2 (BNNVARA).
De Wilhelmina Drucker Fundatie lanceert in 2024 een online videoproject onder de titel Panorama Drucker. Het project zal bestaan uit korte documentaire video’s, gewijd aan verschillende aspecten van Wilhelmina Druckers leven en werken. In vogelvlucht, maar met oog voor het bijzondere detail. De video’s zullen worden gepubliceerd op het Wilhelmina Drucker webmonument.
Teaser voor Panorama Drucker
©2023 Pieter Kiewiet de Jonge/WDF
Panorama Drucker maakt gebruik van bestaand en nieuw historisch onderzoek, maar het medium film maakt ook een eigen vorm van onderzoek mogelijk. Filmische notities vergen nu eenmaal een ander contact met de materie dan het geschreven woord en nodigen uit tot andere culturele bevindingen.
De activistische loopbaan van Wilhelmina Drucker is ons via haar geschriften en publieke optredens in ruime mate overgeleverd. Maar achter dat bekende voorplan schuilen interessante vragen. Die wil Panorama Drucker belichten.
Een pilot voor het project werd in 2023 gemaakt onder de titel Het Bureau.
In de Nederlandse kunsthistorische wereld is een grote inhaalslag gaande. Tot recent bestond de kunsthistorische canon voornamelijk uit mannen, en was het onderzoek en het verzamel- en tentoonstellingsbeleid ook in hoge mate op die mannen afgestemd. Maar inmiddels wordt op alle niveaus de rol van vrouwen in de kunstgeschiedenis geïnventariseerd, onderzocht en zichtbaar gemaakt en breidt het museale aankoopbeleid zich in toenemende mate ook tot werk van vrouwen uit.
Deel van deze verheugende ontwikkeling vormt het onderzoek De andere helft. Het aandeel van vrouwen in de Nederlandse kunstwereld, een samenwerkingsproject van het Rijksmuseum, het Stedelijk Museum, de Universiteit van Amsterdam en het het RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis. In dit project wordt de rol van vrouwen in de kunstwereld, in het bijzonder in museale collecties in Nederland (1780-1980), nader onderzocht.
Binnen dit project richt het RKD zich op de rol van vrouwelijke verzamelaars in de kunstwereld. De eerste resultaten van dit onderzoek zijn te beluisteren in de RKD-podcast Kroniek Kunstgeschiedenis, waarin jonge kunsthistorici in gesprek met podcastmaker Caspar Stalenhoef een aantal vrouwelijke verzamelaars aan de luisteraar voorstellen.
Dubbelportret van Hélène van Zuylen van Nijevelt-de Rothschild, 1896. Fotograaf onbekend.
Verkoopcatalogus 100 Works of Art from the collection of Baron van Zuylen van Nijevelt van de Haar
(Amsterdam: Christie’s, 1998) 14
In deze serie zijn podcasts verschenen over:
- Margaretha Boellaard (1795-1872) door Anne Linde Ruiter
- Betsy Westendorp-Ozieck (1880-1968) door Martine Bontjes
- Lucretia Johanna van Winter (1785-1845) door Shannon van Essen
- Hélène van Zuylen van Nijevelt-de Rothschild (1863-1947) door Katrien Timmers
De WDF heeft bijgedragen aan de kosten van deze serie.
In het literair-culturele tijdschrift De Gids verscheen in november 1967 een artikel dat een in de geschiedenis van het tijdschrift ongekend aantal reacties teweeg bracht: ‘Het onbehagen bij de vrouw’ door Joke Kool-Smit (1933-1981). In dit artikel verwoordde zij haar onvrede met het traditionele vrouwenbestaan zo treffend dat veel vrouwen van haar generatie, volwassen geworden in de jaren 1950 en 1960, zich erin herkenden. Uit de weerklank die haar artikel vond begreep zij dat dit het moment was om de achterstelling van vrouwen ‒ op de arbeidsmarkt, in het onderwijs, in de wetgeving en in de maatschappelijke organisatie van het gezinsleven ‒ collectief te gaan bestrijden. En zij greep dat moment: in 1968 richtte ze, samen met Hedy d’Ancona, de actiegroep Man Vrouw Maatschappij op, en bracht daarmee de tweede feministische golf in beweging.
Op 27 augustus 2023 is het 90 jaar geleden dat Joke Smit in Utrecht geboren werd. Het Utrechts Geveltekenfonds heeft deze gelegenheid willen aangrijpen om als eerbetoon aan deze feministische voorvechtster in Utrecht een gedenksteen voor Joke Smit te plaatsen. De beeldhouwster Britt Nelemans, bekend van de gevelsteen die in 2019 ter gelegenheid van 100 jaar vrouwenkiesrecht in de muur van het Utrechts stadhuis werd aangebracht, kreeg de opdracht deze gedenksteen te maken. De steen is geplaatst op het Joke Smitplein in Utrecht en werd op 26 augustus 2023 door Hedy d'Ancona en Sharon Dijksma, burgemeester van Utrecht, onthuld.
Onthulling van de gedenksteen voor Joke Smit door Hedy d’Ancona en Sharon Dijksma, Utrecht 26 augustus 2023
Foto: Jim Terlingen
De WDF droeg bij aan de kosten van het maken van de gedenksteen.
Sabine Groenewegen maakt een korte poëtische film over het Nederlands feminisme van de jaren 1930, met de vrouwenvredesbeweging als casus. Daarbij verwerkt zij onder meer geluidsopnamen van interviews met vrouwen die in de jaren 1980 op die beweging terugblikten – materiaal dat decennialang ongebruikt en dus onbekend is gebleven. Ze brengt de herinneringen van deze vredesfeministes van toen in dialoog met filmbeelden van de jaarlijkse vrouwenvredesgangen uit de jaren 1930. Het filmessay Visions of a Voice zal daarmee een beeld schetsen van de genderideologie en het vrouwenverzet in Nederland in de jaren 1930.
De WDF draagt bij aan de productiekosten.
In 2023 bestaat de Nederlandse Vrouwenclub (NVC) 100 jaar. De NVC werd dus opgericht in 1923, kort nadat de vrouwenbeweging een van haar belangrijkste doelen – vrouwenkiesrecht – had bereikt en vrouwen voor het eerst konden meebeslissen over het bestuur van stad en land. In die voor vrouwen zo beloftevolle tijd wilde de NVC een ontmoetingspunt zijn voor de moderne, zelfstandige, professioneel en sociaal actieve vrouw.
Wie de initiatiefneemsters waren, wat de NVC vrouwen bood en hoe zij zich in de veranderende tijden en omstandigheden van de afgelopen 100 jaar staande heeft weten te houden, beschrijven Els Kloek en Marloes Huiskamp in Een dame met veerkracht: 100 jaar Nederlandse Vrouwenclub/Lyceumclub Amsterdam, 1923-2023, dat het jubileum van de NVC markeert.
Het jubileumboek wordt gepubliceerd door Uitgeverij Verloren.
De WDF heeft bijgedragen aan de productiekosten.
De visie op Renate Rubinsteins verhouding tot het feminisme is jarenlang geleid door de verontwaardiging die haar Hedendaags feminisme (1979) – een bundeling van haar kritiek op de vrouwenbeweging van toen – onder feministen van toen wekte. Die was zo heftig, dat Rubinstein tot op heden in de geschiedschrijving van de tweede feministische golf geheel ontbreekt.
Maar daar is verandering in aan het komen. In de recente documentaire van David de Jongh, Tamar. De waarheden van Renate Rubinstein (2022) konden we niet alleen zien hoe Rubinstein al in 1963, dus ruim vóór Joke Kool-Smits ‘Het onbehagen bij de vrouw’ (1967) dat algemeen wordt gezien als het startschot van de tweede feministische golf, glashelder haar ‘onbehagen bij de vrouw’ verwoordde. Ook konden we horen dat zij voor feministe Hedy d’Ancona ‘een rolmodel’ was, ‘iemand op wie je zou willen lijken’. En nog recenter koos feministe Jolande Withuis een citaat uit Rubinsteins Hedendaags feminisme als motto voor haar bundel Vrouw en vrijheid (2023).
We kunnen dan ook alleen maar reikhalzend uitzien naar de biografie die Hans Goedkoop weer met vernieuwde kracht ter hand genomen heeft. Zeker ook omdat die een genealogie van Rubinsteins feminisme én een herwaardering van haar complexe verhouding tot sekse en gender, mannen en vrouwen, en de vrouwenbeweging belooft.
De WDF steunt dit project met een bijdrage aan de onderzoekskosten
Toen Wilhelmina Drucker in 1892 medewerkers zocht voor het nieuwe vrouwenblad Evolutie, benaderde ze ook de zeventigjarige Elise van Calcar. Deze eerbiedwaardige veterane van de Nederlandse vrouwenbeweging had decennia eerder al gepleit voor uitbreiding van de onderwijs- en beroepsmogelijkheden voor vrouwen.
Annette Faber is op 26 april van dit jaar gepromoveerd op een uitgebreide biografie van deze gedreven en productieve schrijfster, pedagoge, feministe en spiritualiste. De WDF heeft bijgedragen aan de productiekosten van de handelsuitgave, die is verschenen bij Uitgeverij Verloren.
Lucretia van Merken (1721-1789) gold in de tweede helft van de achttiende eeuw als de beroemdste Nederlandse auteur, naar wie vrouwelijke en mannelijke schrijvers opkeken omdat zij literaire genres beoefende die geen enkele andere vrouw aandurfde. In 1768 trouwde zij met de verfhandelaar en dichter Nicolaas Simon van Winter (1718-1795). Een voortzetting van haar schrijverscarrière stond dat niet in de weg.
Over het echtpaar is maar weinig gepubliceerd, van Van Merken waren tot voor kort nauwelijks egodocumenten bekend. Daar brengt Brieven uit Bijdorp verandering in. Deze uitgave van de correspondentie van Van Merken en Van Winter, bezorgd door Cor de Vries, laat een Van Merken zien die de politieke actualiteit volgt en becommentarieert en die sympathiseert met de patriottenbeweging. Een Van Merken ook die zelfstandige vrouwen bewondert en opgetogen reageert als haar in 1785 ter ore komt dat er aan de Leidse universiteit een vrouw anatomische lessen volgt. Deze en dergelijke thema’s geven aanleiding haar toneelstukken en gedichten met een nieuwe blik te lezen.
Brieven uit Bijdorp (Hilversum: Uitgeverij Verloren) verschijnt begin mei 2022, in het Lucretia van Merkenjaar dat in augustus 2021 werd ingeluid.
De WDF subsidieerde een deel van de productiekosten.