Aletta Maria van Epen-van der Meulen (Amsterdam 1855-Doorn 1914, Rem.), geen beroep bekend, dochter van Johannes Hendrikus van der Meulen, houtkoper, en Albertina Wilhelmina Brester. Gehuwd (Amsterdam 1877) met en gescheiden van (Amsterdam 1902) Theodorus Rudolphus van Epen (Batavia 1853-Haarlem 1926), houtkoopman, later firmant van de timmerfabriek Van der Meulen & Van Epen, die haar vader had opgericht.
Woonde van 1881 tot 1899 met echtgenoot en kinderen op Groote Bickerstraat 48, ging toen met kinderen maar zonder echtgenoot elders in Amsterdam wonen en vertrok in 1902 naar Parijs.
In de literatuur over haar bekend geworden zoon, de architect Jop van Epen (onder meer ontwerper van de Harmoniehof in Amsterdam), heet het dat deze opgroeide in een socialistisch gezin dat deel uitmaakte van een links-intellectueel milieu, waarvoor verder geen aanwijzingen zijn gevonden.
Tenminste in 1901 (jaar van de eerstbekende ledenlijst) lid van de Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleeding (opr. 1899).
» Nog altijd lid in 1899 (Amsterdam), daarna geen lid meer.
Literatuur
- ‘Ledenlijst (...) van de Vereeniging voor Verbetering van Vrouwenkleeding’, gedateerd 31 oktober 1901, separate uitgave bij MVVV 2 (1900/1901)
- Sjaak Priester, ‘Architect Jop van Epen, 1880-1960’, Ons Amsterdam 62 (2010) 39-41