"Een te Washington verschijnend weekblad, dat eenigermate doet denken aan de Figaro zooals deze oorspronkelijk was, en dat behalve het wekelijksch plaatselijk en buitenlandsch nieuws vaak pittige, breed opgevatte artikelen inhoudt, wordt door eene eigenaardige persoonlijkheid geredigeerd, door Kate Field, wier naam aan het blad is verbonden wijl het heet: Kate Field’s Washington.
Alles aangrijpend, tot aan de grens van het onbescheidene toe, gelijk het een goed journaliste betaamt, beschrijft, gispt of prijst, interpelleert zij alles en allen. Senaat, congres, dit of dat schandaal, de verhouding van Amerika tot het buitenland, enz. enz. komen beurtelings voor het front en worden door haar toegelicht. Alle streven der vrouw om individueel te zijn juicht zij toe, zonder dat zij juist nog wordt de systematische verdedigster van al haar eischen. Wat er voorvalt op het gebied der tooneelspeelkunst en der muziek weet zij op even boeiende als gezellige wijze mee te deelen. Zoo meldde haar blad het eerst hoe in de Staten, ver in het Westen gelegen, door vrouwen koorgezelschappen, orkesten, opera-troepen zijn georganiseerd. Zoo ook maakte zij het als eerste bekend dat op het grondgebied van Oklahoma een kolonie bestond enkel uit vrouwen bestaande, terwijl de rest van dat territoir bijna geheel door Indianen in beslag is genomen. Tegelijk met eenige blanke kolonisten, zegt Kate Field, kwamen daar een paar dozijn vrouwen, die zich den grond toeëigenden en den mannen streng verboden haar land te betreden.
“Over eenige jaren zou ik ze wel eens willen zien, roept zij uit, die vrouwen, mannen-haatsters. Hoe zal het dan met hare gesprekken, uitspanningen, arbeidsverdeeling, landverdediging, enz. gesteld zijn? Zoo het niet goed is, dat de man alleen leve, is het evenmin goed dat de vrouw een dergelijk iets betrachte. Meermalen heeft zij het beproefd, door heel de geschiedenis heen vindt men een oneindig aantal genootschappen van vrouwen, die bewijzen dat op een mooien dag de verzoeking zich van ons meester maakt om ons voor goed van de mannen te ontdoen, maar de ervaring bewijst dat alleen die ondernemingen slaagden, welke naar buiten door het gezag der Kerk werden beschermd.”"
Evolutie 1.5.1895 (fragment)