dinsdag, 10 februari 2015 14:48

1894: Het huwelijk in zijn naakte vorm

"Het huwelijk was, is en zal immer in zijn kern zijn de meest belachelijke, meest onkiesche vorm van sexueele samenleving. (...)
Als de quintessence van deze, door elke poëtische ziel als verfoeielijk, menschonteeden en walgelijk uitgemaakte maatschappelijke instelling is ook de “mise en scène”. Twee menschen, overigens misschien zoo kuisch en eerbaar mogelijk, gaan te midden van een wetgeving die openbare onzedelijkheid verbiedt en van zeden, die de wellustigen – ten minste als het vrouwen zijn – uitstooten, met opgerichten hoofde, in feestdosch en met zoo groot doenlijk een entourage, den volke in koelen bloede verkondigen, dat zij voornemens zijn, vermoedelijk nog denzelfden nacht, in sexueele gemeenschap met elkander te leven. Velen gaan nog verder; met een op sexueel gebied ongeëvenaarde brutaalheid gaan zij den priesterlijken zegen vragen over een daad, welke zij bij anderen, die niet in het heldere daglicht hun dierlijke driften ten toon stellen, zullen wraken als een misdrijf. Geen bordeelen, obscene boeken en prentwerken hebben bij zooveel duizenden de hartstochten opgezweept als deze dagelijks wederkeerende trouwplechtigheden. Niet alleen vrienden en bekenden, verhit door uitgezochte spijs en ongewone drank, genieten mede van het aanstaand vleeschelijk genot der jonggehuwden, doch ook al wat buiten staat of op hun weg hen ontmoet. Velen zijn zij, de uitgeputten en afgematten, die aan stadhuis- en tempelpoort zich plaatsen om bij het gezicht van die twee, spoedig één ziel, één geest, één vleesch wordenden, nog eens het bloed in al zijn wulpschheid door hun aderen voelen tintelen. Geen straatdeern van het minst allooi lokt veiler taal uit dan de eerbare bruid, wier half door den sluier verborgen schaamteblos de zinnelijkheid prikkelt,de verbeelding kittelt, de meest lascieve tooneelen voor oogen toovert, hersenkas en zenuwen in vuur en vlam zet. Zoo niet de eeuwen haar gesanctionneerd hadden, zou heel de vertooning als strijdende tegen “de goede zeden” gebrandmerkt, en vermoedelijk verboden worden."


Evolutie 25.4.1894: ‘Huwelijk en vrije liefde I’ (fragment)

Gepubliceerd in Evolutie-berichten
maandag, 20 december 2010 12:14

‘De onschuld der jongens in gevaar’

Wie in de negentiende eeuw meer rechten en kansen voor vrouwen opeiste moest tegen het gangbare idee optornen dat het lichamelijke verschil tussen vrouw en man een verschil in taak en roeping met zich meebracht – en dat dit in de werkelijkheid van de omgang tussen de seksen ook voortdurend werd bewezen. Wilhelmina Drucker dacht er radicaal anders over: dat verschil was het resultaat van de, onnatuurlijke, gescheiden opvoeding van meisjes en jongens. ‘Coëducatie’ was het alternatief: samen in de klas op school.

Daarbij hoorde ook gelijke seksuele voorlichting. En dat, gebaseerd op eenzelfde seksuele moraal voor meisjes en jongens. Meisjes hadden in die tijd immers in onschuld een bruidegom af te wachten, jongens konden zich voor hun huwelijk seksuele rechten veroorloven. (In bordelen of bij schijn-heilige meisjes en vrouwen). Drucker vertoonde vooral op het terrein van de huichelarij in seksuele zaken haar sarcastische kunsten.

Evolutie, het blad van Wilhelmina Drucker en Theodore Haver, maakte zich in mei 1894 druk over de intrekking van een zeven dagen oud besluit van de gemeenteraad van de toenmalige – nu bij Amsterdam getrokken – gemeente Nieuwer-Amstel. De titel van het stuk: ‘De onschuld der jongens in gevaar.’ Zowel Drucker als Haver kan het hebben geschreven, maar ze waren het altijd eens met elkaar.

De gemeenteraad had met negen tegen acht stemmen besloten om meisjes toe te laten op de driejarige HBS. Daarna hadden enkele ouders gemeld dat ze, ‘van wege de zedelijkheid’, hun zonen niet naar de HBS zouden laten gaan. De raad ging om. Er was een lumineuze oplossing: de meisjes mochten komen buiten de uren dat de ingeschreven jongens werden onderwezen. Op de uren dus dat de onderwijzer al zat te knikkebollen na de reguliere lesuren aan de jongens, aldus Evolutie. ‘Niet ter wille van de onschuld der meisjes mag de school geen gemengde zijn, maar ter wille van de onschuld der jongens’.

Om hoeveel meisjes ging het eigenlijk? Het ging om acht meisjes, die ‘moesten wijken’ voor twee jongens. Welnu, de pen van de verontwaardigde Evolutie-redactrice was nog niet leeg. ‘Mahomet zei: een man staat gelijk aan twee vrouwen: N. Amstels Bestuur: een jongen staat gelijk aan vier meisjes.’ Nog even en het gemeentebestuur zou afkondigen ‘dat de vrouwen, vertegenwoordigsters van Satan, niet meer ongesluierd de weg mogen betreden, opdat haar van wellust zwijmelende blikken, de kuischheid der mannen niet mogen verstrikken.’ En wat moesten die vroede vaderen van Nieuwer-Amstel zich bij het nemen van dit besluit ter wille van de zedelijkheid geschaamd hebben over hun vader, ‘die de onzedelijkheid zoover heeft gedreven van niet alleen in één vertrek met een vrouw te verblijven, maar zich zelfs zoover heeft vergeten van één sponde met haar te deelen.’

Gepubliceerd in feminisme-verder-lezen