Josephine Sare Rosine Haver (Amsterdam 1868-vrouwenkamp Tjideng 1945, herbegraven op Menteng Pulu, Jakarta), onderwijzeres, staat in de geschiedschrijving van de Nederlandse vrouwenbeweging erg in de schaduw van haar zuster Dora Haver (1856-1912). Toch overlapt hun beider openbare leven in het geheel niet. Want het jaar dat Dora Haver, toen nog Schook-Haver, zich als feministe bekend maakte door lid te worden van de Vrije Vrouwenvereeniging, 1890, was tevens het jaar dat Josephine Haver in het huwelijk trad met Jacques P. Baerveldt (1864-1930) en met hem naar het toenmalige Nederlands-Indië vertrok, waar hij een militaire carrière tegemoet ging. Over haar leven daar zijn we slecht ingelicht. Bekend is vooralsnog slechts dat zij in 1911 Charlotte Jacobs opvolgde als voorzitster van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht afdeling Nederlands-Indië, en dat zij toen al enkele jaren onder het pseudoniem Jos Veerbaldt in het Bataviaasch nieuwsblad artikelen over de vrouwenbeweging in Nederland publiceerde. Het voorzitterschap bekleedde zij maar kort: in 1912 repatrieerde het gezin Baerveldt-Haver naar Nederland, waar zij nog op tijd arriveerde om haar op dat moment al ernstig zieke zuster Dora terug te zien.
Het lijkt erop dat Baerveldt-Haver onmiddellijk na aankomst actief werd in de vrouwenbeweging. Al in het voorjaar van 1912 nam zij zitting in de Commissie voor de Koloniën van de Tentoonstelling De vrouw 1813-1913, terwijl zij tevens voor Evolutie begon te schrijven, na de dood van haar zuster, eind 1912, trad zij toe tot de redactie van Evolutie, een post die zij tot in 1919 vervulde. Haar invloed op de inhoud van Evolutie is goed zichtbaar in de vele, goed-geïnformeerde bijdragen over en uit Nederlands-Indië, waarvan een uitgebreide bespreking van Kartini, Van duisternis tot licht (1911), als het startschot kan worden beschouwd.
In de jaren van nauwe samenwerking met Drucker betoonde Baerveldt-Haver zich ook politiek een bondgenoot: bij de organisatie van de eerste vrouwenkiesrechtdemonstratie, in september 1913, die, mede op instigatie van Drucker buiten de aarzelende Vereeniging van Vrouwenkiesrecht om georganiseerd werd, nam zij het voortouw, en in 1916 ging zij met Drucker mee toen deze uit de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht stapte en de Neutrale Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht stichtte.
De twee artikelen die Baerveldt-Haver in 1917 ter gelegenheid van de 70e verjaardag van Drucker aan haar wijdde, getuigen dan ook van een grote sympathie voor de persoon Drucker en een evengrote waardering voor haar verdiensten voor de vrouwenbeweging. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat Baerveldt-Haver in 1938 deel uitmaakte van het Comité Huldeblijk Wilhelmina Drucker, dat ervoor zorgde dat in 1939 in Amsterdam een standbeeld voor Drucker werd opgericht.
Johanna Maria Elisabeth (Betsy) Kerlen (Zutphen 1859-Den Haag 1932), van 1886 tot 1916 directrice van de Dagteekenschool (later Dagteeken- en Kunstambachtschool) voor Meisjes te Amsterdam, wordt vaak verward met haar zuster Wilhelmina Cornelia Kerlen (Zutphen 1867-Arnhem 1957), die lerares aan een HBS in Amsterdam was.
In de vrouwenbeweging behoorde ze tot de vleugel van het praktisch feminisme: ze was in 1886 een van de oprichtsters van de eerste Nederlandse zwemclub voor vrouwen, de Hollandsche Dames Zwemclub (HDZ) te Amsterdam, was, samen met o.a. Henriette van Loenen-de Bordes en Anna Hesterman (later Scheltema Beduin-Hesterman), in februari 1894 lid van het oprichtingsbestuur van de gemengde Amsterdamse wielerclub “Allegro moderato”, en was vanaf de oprichting in 1899 actief en praktiserend lid van de Vereeniging voor Verbeetering van Vrouwenkleding.
Daarnaast was ze, tenminste al in 1897, lid van de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, en was ze rond 1900 enige tijd presidente van de afdeling Amsterdam. En in 1913 was ze organisatorisch betrokken bij de tentoonstelling De vrouw 1813-1913, en wel bij de afdeling Onderwijs, waar ze presidente van het Kunstambacht- en Kunstnijverheidonderwijs was.
- J. Steendijk-Kuypers, Vrouwen-beweging. Medische en culturele aspecten van vrouwen in de sport, gezien in het kader van de sporthistorie, 1880-1928, Rotterdam 1999, 112.
- Myriam Everard, ‘Henriette van Loenen-de Bordes (1853-1934). Tandarts met de broek’, Historica 31, 2 (juni 2008) 12-14.
- Gedenkboek van de tentoonstelling De Vrouw, 1813-1913, Amsterdam [1914] 41.