In Harvard (Amerika) studeert op ’t oogenblik een jong, schoon meisje uit Beyrut, Fanitza Abdum Sultana Nalyde, “de Syrische prinses”. Haar vader is een der rijkste Arabieren. Ofschoon eerst 19 jaren oud, verstaat zij 7 talen en wenscht in Engeland en Amerika den doctorgraad te verwerven, om dan later in haar vaderland voor betere ontwikkeling van haar geslacht te werken.
Syrische als zij, is Mevr. Hannac Korany1, zeker de eerste Oostersche vrouw, die een boek (in haar moedertaal) schreef. Het maakte in Konstantinopel, Egypte en Syrië veel opgang en toen de schrijfster later als spreekster voor de vrouwenrechten optrad, opende dit feit bepaald een nieuwen tijdkring.
Reeds op haar zestiende jaar trad zij in ’t huwelijk. Haar echtgenoot, een zeer ontwikkeld man, bracht haar naar Amerika, waar zij zich met vuur wijdde aan onderscheidene studiën. Op den leeftijd van 18 jaar schreef zij reeds een pittig artikel over de vrouwen en de politiek en nu zij 25 jaren telt, is zij een gewaardeerde schrijfster.
Evolutie 20.3.1895 (rubriek 'Van uit den vreemde')